Secretariaat en correspondentieadres: Bruno Verhavert
Zandstraat 117 - 2980 ZOERSEL
tel. 03/ 2980 854
E-post: heemkundige.kring.zoersel@zoersel.be
Heemkundige Kring Zoersel vzw
GESCHIEDENIS ZOERSEL
Zoersel was oorspronkelijk een gehucht van Malle, een Frankische nederzetting die vermoedelijk in de 6de eeuw ontstond.
Later ontstonden op het huidige grondgebied van Zoersel drie kleine Frankische nederzettings-kernen: Zoersel, Drengel en Einhoven.
In 1194 werd de Sint-Martinusparochie van Malle in twee gekloven van noord naar zuid.
Oostmalle werd een aparte parochie, terwijl Zoersel bij het oude centrum Westmalle bleef horen.
Zo ontstond het dubbel-dorp Westmalle-Zoersel.
Zoersel stond eeuwenlang in de schaduw van hoofddorp Westmalle.
Op bestuurlijk vlak bleef de heerlijkheid Westmalle-Zoersel 600 jaar lang bestaan.
Tijdens de Franse overheersing (1794) werden de twee dorpen gescheiden.
De oudste benaming “Surcele”, voor het eerst vermeld in 1240, zou “woonplaats op zure gronden” betekenen.
De spotnaam voor Zoerselaren was “drijvers” of “kluppelaren”.
Als een meisje van het dorp een vrijer van buiten het dorp had, durfden de Zoerselse jongens hun concurrenten uit het dorp drijven of kluppelen.
Het dorp zelf werd “lomp Zoersel” genoemd.
DE SINT ELISABETHKERK
GESCHIEDENIS
Zoersel was voor 1100 een gehucht binnen Westmalle en stond onder voogdij van de Meier, als vertegenwoordiger van De Hertogen van Brabant en te Westmalle verblijvend. Waar de grond zich leende tot landbouw en veeteelt zien we gehuchten ontstaan, zoals Einhoven. In Zoersel ontstond al in de 13e eeuw een altaartafel toebehorend aan Sint Martinus te Westmalle en was toegewijd aan de H.Elisabeth van Hongarije. Wanneer in 1232 relikwieën van de H.Elisabeth naar Antwerpen komen, bezorgde het Kapittel van O.L.Vrouw een deeltje aan de kapelanij van Zoersel. Het was tevens de Hertog van Brabant die aan de aartsdeken van het bisdom de “cureyt” voor Zoersel voorstelde en door zijn toedoen werd pastoor Jan Van Rotselaer naar Zoersel gestuurd. In 1441 wordt Zoersel een zelfstandige parochie.
Uit de archieven weten we dat de huidige kerk werd gebouwd in 1529 als vervanging van de altaarkapel.De parochie behoorde toen tot het bisdom Kamerijk en maakte deel uit van het aartsdiaconaat Antwerpen. In 1560 bepaalt een Bulle nieuwe grenzen van de bisdommen. Zoersel valt dan onder het bisdom Antwerpen en dit blijft zo tot in 1802. Het Concordaat van 1803 beslist dat de departementsgrenzen voortaan ook de diocesane grenzen zijn. Het bisdom Antwerpen werd afgeschaft en Zoersel van dan af onder het aartsbisdom Mechelen, dekenij Herentals. In 1873 werd het aantal dekenijen van 14 op 48 gebracht en Zoersel valt nu onder de dekenij Zandhoven. In 1973 wordt het bisdom Antwerpen terug opgericht, waaronder de parochie Zoersel valt en behoort tot de dekenij Westmalle. De recente herindeling van de parochiegemeenschappen heeft hieraan niets veranderd.
HET GEBOUW
Het huidige gebouw werd opgetrokken in Kempische baksteen met witte zandsteen in de hoekribben. Het werd gebouwd in Laat Gotische stijl, in de vorm van een Latijns kruis met drie beuken met ingebouwde vierkante westertoren. Zeer merkwaardig aan de noordkant zijn de metselaarstekens.
Men treft aan de buitenkant freyten aan met verschillende opmetselingen en pinakels met crochets uit baksteen. Het binnengewelf is Bartheaux, waarvan de houten centers en nevuren behouden zijn. In 1881 werden de houten planken, volgens plan van architect Gife vervangen door plafonnering. De zijbeuken zijn bedekt met en halve voute (gewelfsel) in dezelfde toestand als de middenbeuk? De kerk heft van toren tot transept drie travées en dus drie op zichzelf staande pilaren aan weerszijde.
In de loop der tijden zijn verschillende verbouwingen gebeurd. In 1865 wordt een nieuwe sacristie, magazijn en torentrap gebouwd. Tussen 1902 en 1908 wordt de doopkapel bijgebouwd wordt een nieuwe torentrap en drie inkomdeuren geplaatst en wordt het doksaal verhoogd. Het barokke hoogaltaar en de lambrisering van het koor werden verwijderd en vervangen door de huidige retabel.
Er werden kleurglasramen geplaatst.
In 1938 werd de kerk en beschermd monument. Een grondige restauratie vond plaats in 1980-1981. In 2001 werd het historische Pescheurorgel (1712) gerestaureerd en teruggeplaatst op het oorspronkelijk herbouwde doksaal.
Sint Elisabeth kerk
HET KERK INTERIEUR
1.Het hoofdaltaar
Bij de verbouwingswerken in het begin van de 20ste eeuw werd en volledig nieuw hoofdaltaar geplaatst. Oorspronkelijk stond hier een barokaltaar vergelijkbaar met de zijbeuken.
Het is en Neogotisch altaar van Jan Gerrits van 1906. Achter het altaar bevindt zich de retabel met het levensverhaal van de Heilige Elisabeth waarin legende en werkelijkheid door elkaar vloeien.
Links de legende met de rozen in haar schoot en Elisabeth deelt aalmoezen uit.
Rechts een voorstelling waarbij Ludwig, haar echtgenoot in 1227 tijdens de vijfde kruistocht sterft waarbij zij verdreven wordt uit het kasteel en zieke Elisabeth die het kleed aanneemt van de derde Orde van Sint Franciscus.
2.Zijaltaar links
Het barokaltaar is gewijd aan Onze Lieve Vrouw. Het beeld is in wit geschilderd terracotta en stelt O.L.Vrouw met Kind voor op en maancirkel welk een slang vertrapt. Het schilderij achter het beeld stelt de boodschap van de engel Gebriel aan Maria voor.
3.Zijaltaar rechts
Dit barokaltaar is toegewijd aan de Heilige Blasius. Het beeld is in witgeschilderd terracotta(H.Blasius met wolkam). Het schilderij achter het beeld is van 1768 en stelt de marteldood van Sint Sebastiaan voor.
Beeldengroep H.Blasius zijaltaar rechts
4.Preekstoel
De Rococopreekstoel is afkomstig uit de Sint Willibrorduskerk van Kasterlee en werd in 1850 aangekocht. Hij werd in 1768 in eikenhout gebeeldhouwd door Jacob Van Der Neer. De gebeitelde trap en kuip zijn aangebracht tegen de eerste pilaar rechts. Op de kuip vindt men de symbolen van de drie evangelisten: Lucas, Marcus en Johannes. Bovenaan een wolkenhemel waaruit een duif neerdaalt en onder de kuip, steunend op en wereldbol een beeld van de Heilige Willibrordus.
5.Het Orgel
Het orgel werd in 1712 gebouwd. Het contract werd afgesloten op 13 april 1712 tussen pastoor Waltheri en Henricus Pescheur, orgelbouwer uit Berchem. Het orgel bestaat uit één manuaal.
In 1904 werd het interieur grondig gewijzigd, het doksaal afgebroken en het orgel één verdiep hoger geplaatst. De orgelkast werd ingekort en ornamenten werden verwijderd. Het orgel verloor veel van zijn kwaliteit en verviel. In 1958 wordt het orgel aangepast door de firma D’Hondt uit Herselt volgens het elektronpneumatische stelsel.
Een grondige restauratie werd uitgevoerd in 2001door de firma Pels-D’Hondt uit Herselt waarbij de oorspronkelijke oude toestand van 1712 in de mate van het mogelijke werd gereconstrueerd.
Detail van de preekstoel Jacob Van Der Neer 1768
Het in 2001 gerestaureerde Pescheur orgel.
6.Heiligenbeelden
- H.Elisabeth van Hongarije, eerste helft 16e eeuw in gepolychromeerd hout, hoogte 97 cm en gerestaureerd in 1980
- O.L.Vrouw met kind, eerste helft 17e eeuw.Later omgevormd tot gekleed beeld, hoogte 98 cm.
- H.Barbara: 17-18e eeuw, witgeschilderd terracotta 150 cm hoog
- H. Johannes de Doper: 17-18e eeuw, witgeschilderd terracotta, 124 cm hoog
- H.Paulus apostel: 17-18e eeuw, witgeschilderd terracotta,145 cm hoog
- H.Petrus apostel: 17-18e eeuw, witgeschilderd terracotta, 145 cm hoog
- O.L.Vrouw van Smarten: eerste helft 18e eeuw, witgeschilderd terracotta, 150 cm hoog
7.Graven
In de kerkvloer liggen in de linkse inkom en in de twee zijbeuken, zoals aangegeven op het grondplan, 31 graven. Zij dateren meestal uit de 17e en 18e eeuw.
We vinden het graf terug van onder andere pastoor Waltheri en van Gilis van Dijck, hoofdman van het schuttersgilde.
8.Doopvont
De doopkapel werd bijgebouwd in 1908. De doopvont uit blauwe steen dateert uit de 15e eeuw.
Het koperen deksel werd er in de 19e eeuw opgeplaatst.
Bedevaartsvaantje
Bekijk, en vooral beluister het Peschuer orgel via deze videolink